- 2Meaning: aanzienhouden rekenen zien beschouwen
- 3Meaning: meetellenomvatten rekenen begrijpen
- 4Meaning: laten geldenmeetellen rekenen tellen
- 5Meaning: bouwengokken rekenen speculeren
- 6Meaning: vertrouwenbouwen rekenen ervan uitgaan
- 7Meaning: speculerenbouwen rekenen gokken
- 8Meaning: tellenmeetellen rekenen laten gelden
- 9Meaning: nadenkenpiekeren rekenen plussen
- 10Meaning: aannemenveronderstellen rekenen
- 11Meaning: achtenbeschouwen rekenen
- 12Meaning: rekening houdenvertrouwen verwachten rekenen
- 13Meaning: berekenenramen schatten rekenen
- 14Meaning: cijferentellen rekenen