- 2Meaning: afmetenaftekenen passen afpassen
- 3Meaning: passenpassen aanpassen
- 4Meaning: horenbehoren moeten passen betamen
- 5Meaning: behorenhoren passen betamen
- 6Meaning: betamenhoren passen behoren
- 7Meaning: zittenpassen staan
- 8Meaning: aansluitenkloppen overeenkomen passen corresponderen
- 9Meaning: overeenstemmenbeantwoorden dekken kloppen overeenkomenpassen rijmen stroken gelijken
- 10Meaning: aanstaanbevallen passen lijken
- 11Meaning: gepast betalengepast betalen passen
- 12Meaning: afzien vanbedanken geen zin hebben weigeren passen
- 13Meaning: schikkenuitkomen passen
- 14Meaning: betreffenslaan op passen
- 15Meaning: staanzitten passen
- 16Meaning: beantwoordendekken gelijken kloppen overeenkomenpassen rijmen stroken overeenstemmen