Found 55 synonyms in 16 groups
  1. 1
    Meaning: gepast zijn
    horen passen aangaan
  1. 2
    Meaning: afmeten
    aftekenen passen afpassen
  2. 3
    Meaning: passen
    passen aanpassen
  3. 4
    Meaning: horen
    behoren moeten passen betamen
  4. 5
    Meaning: behoren
    horen passen betamen
  1. 6
    Meaning: betamen
    horen passen behoren
  2. 7
    Meaning: zitten
    passen staan
  3. 8
    Meaning: aansluiten
    kloppen overeenkomen passen corresponderen
  4. 9
    Meaning: overeenstemmen
    beantwoorden dekken kloppen overeenkomen
    passen rijmen stroken gelijken
  5. 10
    Meaning: aanstaan
    bevallen passen lijken
  6. 11
    Meaning: gepast betalen
    gepast betalen passen
  7. 12
    Meaning: afzien van
    bedanken geen zin hebben weigeren passen
  8. 13
    Meaning: schikken
    uitkomen passen
  9. 14
    Meaning: betreffen
    slaan op passen
  10. 15
    Meaning: staan
    zitten passen
  11. 16
    Meaning: beantwoorden
    dekken gelijken kloppen overeenkomen
    passen rijmen stroken overeenstemmen

Words similar to passen

passen synonyms - Dutch related words for passen

Synonyms before and after passen

  • pasje
  • paskwil
  • pasmunt
  • paspoort
  • paspop
  • passaat
  • passabel
  • passage
  • passagier
  • passant
  • passen
  • passend
  • passeren
  • passie
  • passief
  • passus
  • passé
  • pasta
  • pastiche
  • pastille
  • pastoor