Found 50 synonyms in 13 groups
  1. 1
    Meaning: aanhouden
    gevangennemen inrekenen oppakken vangen vastzetten arresteren
  1. 2
    Meaning: immobiliseren
    tegenhouden vastzetten vergrendelen blokkeren
  2. 3
    Meaning: klemmen
    knellen knijpen vastzetten vergrendelen
  3. 4
    Meaning: blokkeren
    immobiliseren tegenhouden vastzetten vergrendelen
  4. 5
    Meaning: klempraten
    klempraten vastzetten
  1. 6
    Meaning: beleggen
    investeren vastzetten
  2. 7
    Meaning: bevestigen
    vastmaken verankeren vergrendelen verstevigen vastzetten
  3. 8
    Meaning: neerzetten
    opstellen plaatsen vastzetten zetten
  4. 9
    Meaning: arresteren
    inrekenen pakken vastzetten gevangennemen
  5. 10
    Meaning: gevangennemen
    arresteren pakken vastzetten inrekenen
  6. 11
    Meaning: knellen
    knijpen vastzetten vergrendelen klemmen
  7. 12
    Meaning: zetten
    opstellen plaatsen vastzetten neerzetten
  8. 13
    Meaning: aanbrengen
    bevestigen vastzetten monteren

vastzetten synonyms - Dutch related words for vastzetten

Synonyms before and after vastzetten

  • vastplakken
  • vastprikken
  • vastschroeven
  • vastslaan
  • vastsmeden
  • vaststaan
  • vaststaand
  • vaststellen
  • vaststelling
  • vasttrekken
  • vastzetten
  • vastzitten
  • vat
  • vatbaar
  • vatbaarheid
  • vatten
  • vechten
  • vechter
  • vechtersbaas
  • vechtjas
  • vechtpartij