Found 27 synonyms in 10 groups
  1. 1
    Meaning: inhouden
    voorspellen beduiden
  1. 2
    Meaning: inluiden
    melden voorspellen aankondigen
  2. 3
    Meaning: voorzien
    vermoeden voorspellen weten bevroeden
  3. 4
    Meaning: de hand lezen
    voorspellen waarzeggen
  4. 5
    Meaning: bevroeden
    vermoeden voorspellen weten voorzien
  1. 6
    Meaning: beloven
    doen verwachten voorspellen
  2. 7
    Meaning: verwachten
    voorzien zien aankomen voorspellen
  3. 8
    Meaning: profeteren
    waarzeggen voorspellen
  4. 9
    Meaning: beduiden
    voorspellen inhouden
  5. 10
    Meaning: aankondigen
    voorspellen voorzeggen profeteren

voorspellen synonyms - Dutch related words for voorspellen

Synonyms before and after voorspellen

  • voorrede
  • voorrekenen
  • voorschieten
  • voorschoot
  • voorschot
  • voorschotelen
  • voorschrift
  • voorschriften
  • voorschrijven
  • voorspel
  • voorspellen
  • voorspeller
  • voorspelling
  • voorspoed
  • voorspoedig
  • voorspraak
  • voorstad
  • voorstander
  • voorstel
  • voorstelbaar
  • voorstellen